Rugpijn
Lage rugpijn zit onderin de rug. Soms straalt de pijn uit naar de billen of naar een of beide bovenbenen. De pijn kan plotseling ontstaan of meer geleidelijk en is hevig of zeurend. Bij hevige pijn zijn bepaalde houdingen en bewegingen soms niet meer mogelijk.
‘Gewone’ lage rugpijn wil zeggen dat er geen aanwijzingen zijn voor een hernia, ziekte, afwijking of beschadiging als oorzaak van de pijn. Gewone lage rugpijn komt vaak voor en gaat vanzelf over.
HOE ONTSTAAT HET?
Hoe lage rugpijn ontstaat, is niet duidelijk. Mogelijk komt het door overbelasting van de rug of door een verkeerde beweging.
ADVIEZEN
Blijf bewegen en probeer uw dagelijkse bezigheden voort te zetten, ook al heeft u pijn. Pijn laag in de rug bij bewegen betekent niet dat bewegen schadelijk is of dat er een ernstige oorzaak is. Wanneer u zich zorgen maakt over de pijn, heeft u er meer last van en dat kan het herstel vertragen.
Als bewegen niet lukt, kunt u gedurende een of twee dagen af en toe enkele uren rust nemen.
U kunt dan het beste op uw rug liggen met een paar kussens onder uw knieën, of op uw zij met half opgetrokken benen. Warmte (bijvoorbeeld een kruik) op de pijnlijke plek wordt vaak prettig gevonden. Om uit bed te komen gaat u eerst op uw zij liggen. Steek dan uw benen over de rand van het bed en druk uzelf met beide armen zijdelings omhoog. Om te gaan liggen doet u hetzelfde in omgekeerde richting. Blijf niet de hele dag in bed, want dan verzwakken uw spieren. Het is dan extra moeilijk om weer in beweging te komen. Probeer uw activiteiten geleidelijk weer op te pakken, ook als de pijn nog niet geheel is verdwenen. Als u dat niet goed lukt, kunnen we u op de praktijk nuttige en praktische aanwijzingen geven. We maken een stappenplan en spreken af binnen welke termijn u welke activiteiten weer op gaat pakken. Een fysiotherapeut kan u hierbij zonodig begeleiden.
MEDICIJNEN
Medicijnen of fysiotherapie kunnen het herstel niet versnellen. Pijnstillers helpen wel om te blijven bewegen. Als u pijnstillers voor de rugpijn gebruikt, kunt u die het beste op vaste tijden innemen, ook al heeft u op dat moment even geen pijn. Neem de pijnstillers gedurende een aantal dagen en kijk daarna of u geleidelijk aan weer zonder kunt. Gebruik bij voorkeur paracetamol (4 maal per dag 1000mg). Als dat niet helpt, zijn er andere middelen, zoals ibuprofen (3 maal per dag 400-600mg), diclofenac (3 maal per dag 50 mg) of naproxen (2 maal per dag 500mg). Deze laatste drie pijnstillers, zogenaamde nsaid’s, kunnen maagklachten geven. Mensen die een verhoogde kans hebben op maagklachten, krijgen er daarom een middel bij dat de maag beschermt. nsaid’s kunnen de werking van andere medicijnen beïnvloeden. Mensen met hart-, vaat- en nierproblemen en mensen boven de 70 jaar moeten extra voorzichtig zijn met het gebruik van nsaid’s. Medicijnen die de spieren verslappen (benzodiazepinen), hebben geen zin bij lage rugpijn. Daarbij hebben ze een verslavende werking. Niet gebruiken dus.
RÖNTGENFOTO OF SCAN
Bij lage rugpijn levert een röntgenfoto of scan geen bruikbare informatie op. Ze kunnen juist verwarring geven. Eventuele afwijkingen op een foto of scan hebben zelden iets te maken met de lage rugpijn. Ook bij mensen die nooit lage rugpijn hebben worden wel rugafwijkingen op scan of röntgenfoto gevonden.
HOE GAAT HET VERDER?
Lage rugpijn gaat meestal vanzelf over. De ergste pijn verdwijnt vaak binnen één tot twee weken. Zelfs hardnekkige rugklachten genezen over het algemeen binnen zes tot twaalf weken. Gebruik pijnstillers, zo mogelijk, maar een paar dagen. In ieder geval niet langer dan twaalf weken. Soms kunnen de klachten terugkomen. Als u vaak last heeft van lage rugpijn, bedenk dan wat u kunt doen om dit te veranderen. Sommige mensen krijgen vooral last van rugpijn als ze onder spanning staan. Wanneer u dit herkent, helpt het misschien als u leert beter met (de oorzaken van) stress om te gaan. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat u moet leren uw tijd beter in te delen, of problemen en conflicten tijdig op te lossen. Misschien moet u uw houding tegenover of omgang met anderen veranderen? Er zijn cursussen die u hierbij kunnen helpen. Hebben uw klachten te maken met uw werk of gevolgen voor uw werk? Misschien zijn er dan aanpassingen mogelijk om het werk makkelijker te maken, met minder belasting van uw rug. Dit kan bijvoorbeeld door de inrichting van uw werkplek te veranderen (de hoogte van uw stoel, tafel of computer), door gebruik te maken van hulpmiddelen, of door de taken anders te verdelen. Bespreek dit dan ook met uw leidinggevende en/of de bedrijfsarts.
WANNEER CONTACT OPNEMEN?
Neem weer contact op met de praktijk:
-
als het niet beter maar juist slechter gaat;
-
als de pijn na een week nog steeds hevig is;
-
als bewegen na drie weken nog onvoldoende lukt.
U moet ook bellen als:
-
de pijn uitstraalt tot onder de knie;
-
de kracht in uw been vermindert;
-
het gevoel in uw been vermindert;
-
u problemen krijgt met plassen.